Beste Jan, lang geleden, op een zoele zomeravond op het terras van ‘t Peerdespul, terwijl de laatste stralen van de ondergaande zon werden gefilterd door het bladerdak van de oude eiken (of beuken, eh of kastanjes), verkeerden de aanwezige leden van de "Wernerhofhouding in een aangename, rozige, maar vooral melige en tegelijkertijd overmoedige stemming, die overduidelijk werd aangewakkerd door het nuttigen van alcoholische delicatessen in warm weer. Nou ja, je kent dat wel. En voor we er erg in hadden waren we een practical joke aan het uithalen. Een practical joke met jou.
Die avond werd je in je studentenhuis gebeld door een meneer met een dik Limburgs accent die op tamelijk formele toon informeerde of je nog van plan was die 16 pony’s op te halen die Loftleidir Air Cargo op de startbaan van vliegveld Beek had achtergelaten. Er zat een touwtje om een pluk haren van de staart met een kaartje eraan met daarop dit telefoonnummer. Hij sprak toch wel met de eigenaar van die 16 wolbalen? Oh nee?, wie dan wel? Oh, ene Jan van Muyden, een huisgenoot? Oh, een studentenhuis, ja, ja….
De douanemeneer stelde voor dat die Jan onmiddellijk zijn trailertje ging aankoppelen om die pony’s (hij bleef hardnekkig pony’s zeggen) op te halen, te beginnen met die 3 die de ontvangsthal waren binnen gedrongen en nu de inhoud van de bloemenstal op eetbaarheid onderzochten....
Jan ’s huisgenoten hadden wat tijd nodig om de ernst van de situatie te doorgronden, want ook zij leden onder de gevolgen van warm weer en koud bier. Maar uiteindelijk kwamen ze tot een besluit: ze moesten Jan van de situatie op de hoogte brengen en dan zou jan wel weten wat te doen. Maar waar was Jan???? Oh, dat waren ze even vergeten. Jan was elders, maar waar was ‘elders’.
De queeste naar Jan begon. Velen werden die nacht uit bed of van de veranda of hun terras gebeld en lastiggevallen door Jan ’s huisgenoten die in toenemende staat van paniek en wanhoop een heftige behoefte hadden aan zijn aanwezigheid. Immers, uit Beek kwamen steeds dringender telefoontjes van die Limburgse douanemeneer die op toenemend hoge toon verslag deed van de bezetting van Beek en alle startbanen door die kleine r…ponies die zich nog niet eens lieten pakken ook, want ze bleven net genoeg uit je buurt om aanhouding te voorkomen..
“En heren waarom weigert u die meneer Van Muyden te waarschuwen? Oh u kunt hem niet vinden?? Zo groot is dat huis toch niet, oh niet thuis, gelooft U dat zelf? U lijkt wel aangeschoten, Dus u weigert nog steeds uw medewerking? Niet? Waar is dan die Jan van Muyden. Dit kantochnie,. 17 pony’tjes bestellen en dan niet op komen dagen?. Ja inderdaad 17, er is er net eentje bevallen’’.Om drie uur in de morgen meldde de douanemeneer dat hij het hele spul in een veewagen had laten schuiven en die had afgezonden naar het huis van die Jan.van Muyden. Daar was de paniek nu volledig want het vooruitzicht het huis te moeten delen met 16 eh 17 pony’s
Omstreeks die tijd begonnen enkele van de huisgenoten tekenen van nuchterheid te vertonen. Daarmee keerde hun verstandelijke vermogen ook enigszins terug. En dus belde er eindelijk es een slimmerd naar vliegveld Beek en vroeg naar de douane meneer. Niet te vinden. En 16 eh 17 pony’s in de bloemenstal? Hoe dom denkt u dat we zijn in Limburg? Klap: Hoorn op de haak!
En dat ponytransport? Nooit aangekomen natuurlijk.
Jammer, maar helaas. Sorry Jan.
Naschrift:
een tijdje geleden kreeg ik een mailtje van Jan. Hij had dit verhaal gelezen, maar kon er zich helemaal niks van herinneren. Zou Lex het hele verhaal uit zijn duim gezogen hebben. Dus belde Jan iemand uit zijn studententijd (en uit hetzelfde studentenhuis) op. En tot zijn verbazing werd het verhaal volledig bevestigd. Ze hadden indertijd echter besloten dat ze Jan maar niet met die hele nachtelijke consternatie moesten lastigvallen. Een beetje te genant?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten