zondag 26 december 2010

Ponykampen (3): Indunn

In die tijd was alleen van IJslanders bekend dat ze waren uitgerust met vijf versnellingen. Van andere paarden wisten we dat toen nog niet.Behalve een vierbak (de meesten) of een vijfbak (sommigen) hadden IJslanders ook een uitstekend werkend gaspedaal. Hun rem was in die jaren echter niet zo goed afgesteld. Een berucht voorbeeld daarvan was Indunn, een klein en toen al bejaard merrietje dat in de buik van moeder Raudka (toen al meer dan 20 jaar oud en nog steeds volop in bedrijf) mee uit IJsland was gekomen. Indunn was een eerzuchtig typetje dat geen enkel paard voor zich wilde hebben tijdens de galopren. De start van zo’n ren was dan ook altijd weer een belevenis.

De ervaring had geleerd dat je niet overal zomaar een galopje kon maken. "Galopjes"konden zomaar ontaarden in een massale galopren en dan was het wel handig als je onderweg geen obstakels of complicaties tegenkwam. "Galopjes"werden dus gereden op bij de leiding bekende galop paden. Omdat die galop paden lang moesten zijn en recht en zonder veel kruisingen of zijwegen, kwamen niet veel paden in aanmerking.

Dat drong al ras ook tot de paarden door die bij elk begin van een potentieel galop pad fanatieker werden totdat er nog maar één mogelijkheid tot galopperen voorhanden was voor we weer op de Fitjamyrihoeve terug zouden zijn. Dat werd ’em dus, dat kon niet missen. en de paarden wisten dat ook. Dus was de hele groep dribbelig en gereed om bij de minste of geringste aanleiding eens fijn aan de kletter te gaan.

Het startpunt was vaak een kruising midden op de hei. Je kwam van rechts aan, plaatste een paar leiders dwars over de weg, waarop enkele paarden schuin de hei op stoven om de leidingbarrière te slim af te zijn. Als de andere paarden dat merkten gingen die natuurlijk ook aan de haal.

De groep was deze keer echter opvallend gedisciplineerd gestart, Janneke en ik op kop om het tempo nog enigszins in de hand te houden. Toen achter ons een indianengehuil losbarstte. We probeerden achterom te kijken hetgeen minder eenvoudig is dan het lijkt, in volle rengalop. Maar dat hoefde al niet meer. De oorzaak van het geloei haalde ons in. Buiten het pad, waar immers de andere paarden inhalen onmogelijk maakten, stoof kleine Indunn, met een even klein ruitertje over de hei en over een strook deels gerooid, deels uitgedund berkenbos, over de boomstronken en tussen de boomstammen zigzaggend ons allemaal voorbij alsof we stilstonden.

We durfden niet te kijken of te roepen, laat staan te volgen. Dat alles om Indunn niet af te leiden., want die was bezig aan een halsbrekende circusact. In plaats daarvan remden we het peloton wat af (wat nu ineens ook niet zo goed meer ging) maar daardoor kreeg Indunn net voldoende voorsprong om weer op het pad terug te komen. Het ging wonderbaarlijk goed. Twintig meter voor ons kwam ze weer op het pad en liet zich niet meer inhalen. Het ruitertje was volstrekt niet onder de indruk . Ze bleef bij dat alles volmaakt stoïcijns en ging gewoon door met haar indianen gejoel en aanmoedigend geloei. Ze had overduidelijk de dag van haar leven. Indunn ook.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten