woensdag 22 december 2010

Hoezo, de goeie ouwe tijd (4), Klassieke “pony”-kampen en IJslandse paarden bedrijven

Ponykampen, het gericht fokken, de wedstrijden, de reglementen, het was allemaal veel minder gestructureerd dan nu. En in veel gevallen is het nu ook heel wat beter geregeld.Wat bijna verdwenen is, zijn die zomerkampen waar nietsvermoedende kindertjes vanaf 10 jaar vaak hun eerste vakantie zonder ouders beleefden. Eerst onwennig en onzeker, maar na die eerste wat moeilijke dag beleven ze de vakantie van hun leven. Helemaal op zichzelf, zonder ouderlijk toezicht en de adelaarsblik van hun grotere zuster/oppas. En toch veilig onder dak. Diezelfde zomerkampen waar de leiding vaak bestond uit de wat oudere en beter rijdende kindertjes van vorig jaar. Een leiding met last van steigerende hormonen en daarom een hevige belangstelling voor “the opposite sex”. Aanleiding voor heftige vakantieliefdes, rivaliteit, maar ook hilarische pret en geen betere voorbereiding op de boze buitenwereld dan leiding te zijn in een ponykamp. Onder de rest van de leiding en andere oudgediende IJslander ruiters heerste een zeker stammenbesef.Heb je leren rijden of ben je zelfs leiding geweest bij Edda Huzid, bij ‘t Peerdespul (familie Werner) of de Fitjamyri Hoeve (familie Faber), om maar een paar van de grotere te noemen, dan heb je in een cruciale periode in je leven een paar ervaringen opgedaan waar je, ruiter of niet, behoorlijk plezier van kunt hebben.

Van die oorspronkelijke ponykampen was tot vorig jaar alleen nog maar ‘t Peerdespul over. Daar is inmiddels de derde generatie van ruitertjes ‘s zomers op kamp, net zoals hun vaders, moeders en zelfs hun grootouders al waren. Over stammenbesef gesproken.Al die oude ponykampen hebben veel gemeen; een gezellige bende, een nauwelijks merkbare, maar goed lopende organisatie en een ongelooflijk improvisatie vermogen (dat was ook wel nodig).

En waar anders word je als leiding zo gepokt en gemazeld als op een “klassiek” IJslander ponykamp. Zo´n ponykamp waar de leiding elkaar aftroeft in het inrijden van het plaatselijke probleempaard. Zo´n zomerkamp waar je tot je oksels in de beerput moet omdat de riolering niet op 40 kindertjes plus 10 man/vrouw leiding, inclusief toiletpapier, tampons en hele onderbroeken berekend is en volledig verstopt zit?? Nou dan! Daar hoef je bij de modernere bedrijven niet om te komen. Zo’n uitdaging zul je daar niet voorgeschoteld krijgen!!

Vast staat in ieder geval dat die zomer-/ponykampen een onschatbaar waardevolle rol hebben gespeeld bij het op de kaart zetten van het IJslandse paard en de IJslandse paardensport. Nog niet eens zo lang geleden kon je aan het benenwerk en de rijstijl van sommige van de toernooiruiters zien of ze met paardrijden zijn begonnen op een IJslanderbedrijf of een reguliere manege. Je kon er soms zelfs de ruiters van ’t Peerdespul uithalen aan hun “Werner zit” of de “Luie stoel zit”.


E

Geen opmerkingen:

Een reactie posten